
bart van gyseghem⎮a sinnerman
is een structuur die artistiek in de wereld & het leven staat;
hij⎮zij is liever geslachtloos, zonder leeftijd;
hij⎮zij is dus ook ⎮x (& y) (& z);
hij⎮zij staat los van cultuur, nationaliteit & laat zich niet vangen binnen de grenzen van de bestaande (podium)kunsten;
hij⎮zij zoekt naar brutale eigenzinnigheid, noem het gerust zondigheid
______________________________________))°/___________________
<hoogmoed>
hij⎮zij is de duivel, satan, lucifer; hij⎮zij komt van ver; misschien ook van onder de mensen & dus dichtbij; misschien is hij⎮zij uw buur;
het verlangen naar ’t schone & ’t lelijke;ijdel zijn wij allen;
nog voor we de scène opkruipen;
kijkt naar — bart van gyseghem⎮a sinnerman — gij allen
<gulzigheid>
’t is nooit of te nimmer genoeg; ’t moet altijd meer zijn;
& beteren & ’t stopt niet
nooit of te nimmer niet
hij⎮zij is een varken; hij⎮zij -en dus ook⎮x- is een beer
​
>lust>>
hij⎮zij is een stier; zoekend naar een geit;
hij⎮zij loopt geil aan
hij⎮zij klopt aan /—
aan uw deur
of hij⎮zij stapt in uwen auto
zonder ’t te vragen;
naakt;
in zijnen⎮haren bloten
</ hebzucht >
gij & hij⎮zij manipuleren elkaar; tot gij luistert naar hem⎮haar;
& hij⎮zij misschien naar u ——
’t is al van hem⎮haar;
geeft wat ge hebt & hij⎮zij toont u zijn⎮haar rijkdom
-al dan niet in de voorstelling of in wat we samen bezig zijn-
———————————————————— gij zijt als toeschouwer
-in ieder geval- - alvast (voor) efkes-
(van) bart van gyseghem⎮a sinnerman
​
​
>/>afgunst<
en van hem⎮haar alleen;
zult ge zijn;
al twijfelt hij⎮zij daar vaak aan —————————————————
daagt hem⎮haar niet uit;
laat bart van gyseghem⎮a sinnerman begaan;
misschien koelt hij⎮zij af;
al twijfelt hij⎮zij daar ook aan
twijfel is wat hij⎮zij (z)/(m) aait;
gelijk nen hond —
op straat maar hij⎮zij dan op ’t toneel
en aan den toog, voor- & achteraf;
nen hond is wat hij⎮zij is
​
<gramschap>
pakt ’t hem⎮haar niet af;’t spelen; raakt hem⎮haar niet aan;
laat hem⎮haar spelen -beter wordt het niet-
of bart van gyseghem⎮a sinnerman
wordt kwaad;
& dan laat hij⎮zij zijn⎮haar
tanden zien
​
<gemakzucht>
en soms;
bij wijlen;
staat hij⎮zij daar maar;
zit hij⎮zij & wacht hij⎮zij;
dan kan ’t allemaal geen kwaad;
dan kent & heeft & neemt & krijgt
alles zijnen tijd;
voor ’t doek opgaat;
voor ’t publiek ’t verstaat;
maar ook dan kan ’t geen kwaad;
tijd brengt raad ——
niets is helemaal waar &
zelfs dat niet
voor bart van gyseghem⎮a sinnerman
is ‘t al & allemaal theater